maandag 22 november 2010

Werk aan de weg


Er werken mannen in onze straat. Eerst om enorme gaten te graven en rioolbuizen te vervangen, nu om alles weer mooi te bestraten. Geweldig zou je zeggen en dat is het ook. Maar ze werken zo allejezus hard.
En iedere keer als ik ze zie, vind ik mijn eigen laptop-bestaan een lachtertje. Te keurig aan een tafel met een koffie verkeerd. Zij egaliseren, smijten met stenen, maken het passend, tikken het aan en schreeuwen elkaar van alles toe. Hoppa!
Als ik mijn dochter eindelijk om 9:15 een paar deuren verder naar de crèche breng, bekruipt me toch wat schaamte over mijn slome start. Een van de mannen groet me altijd en dan wil ik het liefst roepen dat ik ook 's avonds werk hoor, voordat hij denkt dat ik lui ben. En als ik tussendoor een sinterklaas-boodschap doe, wil ik graag uitleggen dat ik morgen als de kinderen er zijn ook nog een uurtje werk. En mijn mail controleer ook als ik vrij ben. Echt. Of zou ik roepen dat ik in de verpleging werk en gister late dienst had? Maar het is zinloos, want toen ik zaterdag om 11:00 de gordijnen opendeed, zag ik dat mijn vriend ook op zaterdag aan het werk was. Even het straatje afmaken.
Sprakeloos, maar het is niet alleen hun razende tempo. Het is ook wat ze doen. Alle jongetjes die naar de crèche moeten, staan vol bewondering te kijken naar de mannen en de machines. Hun vader en moeder dreigen te laat te komen voor hun kantoor-advies-ontwerp-regelbaan, maar het interesseert de kinderen geen ruk. Kijk! wijzen ze, kijk! roepen ze, zonder er verder veel woorden aan vuil te maken. Maar het is duidelijk wat ze willen zeggen: kijk, daar wordt pas gewerkt. Een kind weet wat het ziet, dat weet iedereen. Lang leve het ambacht.