woensdag 21 juli 2010


Wanna meet? Nou nee, eigenlijk niet. De posters hangen overal in de stad. En blijkbaar zijn er veel mensen die graag een beroemdheid in de vorm van een wassenbeeld ontmoeten. Er staan lange rijen op het Rokin.

Ik begrijp niet wat er leuk is aan een wassenbeeld. Wat moet je zien? Hoezeer zo'n beeld lijkt op de beeltenis van de beroemdheid in je hoofd. Zo, die lijkt goed! En dan? Hele drommen denken er anders over.
Het komt denk ik doordat beroemdheden mij niet zoveel zeggen. Als kind was ik ook nergens fan van. Mijn zus had een plakboek van Abba en ik heb het echt ook geprobeerd. Met Roberto Jacketti & the Scooters, maar veel werd het niet.
Geen posters aan mijn muren - ik zou niet weten van wie - geen helden en geen idolen.
Het was voor mij lastig om de vriendenboekjes in te vullen: favoriete band, beste boek, hobby's??

Ik vond en vind heel veel muziek mooi en ik vind het heerlijk om naar concerten te gaan. Heel bijzonder ook om iemand live te zien optreden. Met de nadruk op live. En dat geldt ook voor boeken: ik lees vanalles, maar één favoriet ontbreekt. En een auteur in levende lijve ontmoeten, levert niet altijd iets leuks op. Het zijn niet voor niets schrijvers.
Het lukt me letterlijk niet om iemands beeld te vereren, de buitenkant, het icoon. Wat mij nou eenmaal altijd meer interesseert is de menselijke maat, de sterfelijkheid. Geen idee dus wat ik in een wassenbeeldenmuseum moet zoeken, al ga ik dat ongetwijfeld binnenkort uitvinden. Mijn stiefdochter is net als het merendeel van haar generatie idolaat van het icoon der iconen, van de man die maar niet dood wil. Ja, wij gaan kijken naar Michael Jackson. Had ik ooit ook een plaatje van.

Niet doof of dood

Een vriendin van mij vroeg zich laatst af of er iets mis was met haar zoon; hij luisterde zo slecht naar haar. Pas als ze als een politieagent tekeer ging, luisterde hij. Heel vervelend. En erg herkenbaar. Mijn stiefzoon is ook prima in staat om zich midden in het groepsgebeuren op oost-indische wijze af te sluiten.



Hij is niet aan de hitte bezweken, maar leest het boek dat op zijn schoot ligt. Wij zijn druk bezig met wat we gaan eten, hoe lekker de wijn en hoe aardig de bediening is. Wat een geluk dat we dit restaurantje vonden, bla, bla, bla. Het zal hem worst wezen. Mijn dochter van drie ziet op de gang bij de crèche wie er is aan de schoenen die er staan. Mijn stiefdochter van negen hoort alles wat ik zeg, ook als het niet per se voor haar bedoeld is.
Het moet heerlijk zijn om je omgeving op mute te kunnen zetten en geen prikkels meer te ontvangen. Zegt zij die altijd van alles ziet.
Volgens mijn man is eigenlijk iedere man een autist. In de loop van hun leven leren ze zich aan te passen en op te letten, maar in principe zijn ze met hun eigen dingen bezig. Hij kan het weten. Hij die midden in een drukke woonkamer cricket-wedstrijden volgt over de radio, terwijl hij de krant leest en golf op tv kijkt. Een soort über-autist dus.
Ik kan wel wat van dat autisme gebruiken om mijn eigen zintuigen iets te temperen. Het is uiteindelijk natuurlijk de kunst om de nuttige informatie uit de ruis te filteren. Mijn stiefzoon is er al heel handig in, getuige het feit dat hij opveert als de serveerster komt met de knoflook-kip. Niets dus om je zorgen over te maken. Nog een wijntje, schat? Lekker lieffie.