vrijdag 15 november 2013

Nooit meer Nemo


Volgens mijn man zeg ik vaak dat onze dochter toe is aan een rustig middagje thuis terwijl ik het dan eigenlijk over mezelf heb. Zoiets hoor ik natuurlijk niet graag, vooral omdat ik denk dat hij gelijk heeft. Dus toen mijn dochter gister een studiedag bleek te hebben, stelde ik voor om naar Nemo te gaan.

Voor de niet-ouders onder ons; mijn dochter is zes en gaat niet studeren. Een studiedag is een onverwachte dag vrij van school die vast wel ergens aangekondigd staat maar in nooit in mijn agenda. Ik denk dat de leerkrachten dan studeren, maar dat kan ik niet met zekerheid zeggen.

Goed, Nemo dus. Mijn voorstel werd met luid gejuich ontvangen. Ja, je vriendinnetje mag ook mee, waarom niet? Ik ben een blije en actieve moeder. Het giet dat het goot buiten en ik voelde dat ik enorm toe was aan een rustig middagje thuis. Maar we gingen. Amper binnen stuiven de meisjes allebei een andere kant uit en beginnen als malle apen op allerlei knoppen te drukken. ‘Moet je kijken! Dit is leuk! Wat moet je hier doen?’

Binnen twee minuten word ik overvallen door een moeheid die zich nestelt in elke vezel van mijn lijf. Ik kan niet meer.
Ik weet hoe mijn man dit doet. Jaren heb ik in allerlei musea toegekeken hoe hij de kinderen bij de les houdt, ze in hun kladden grijpt, grappig is en ze dingen leert. Hoe hij een blij groot kind is te midden van de kleintjes. Dat wil ik ook.

‘Maar willen jullie dan niet weten waarom die ene cilinder harder rolt dan die andere?’ Mijn stem slaat over aan het einde van mijn zin, dat schijnt niet te werken. Het interesseert ze geen bal. Mij ook niet. Ik ben zo moe. Ik had espresso’s moeten drinken bij mijn lunch en geen muntthee.

‘Hoe moet dit? Wat staat hier?’ Ik kan alleen nog maar snauwen: ‘ik weet ook niet hoe het hier werkt! Ik ben hier voor het eerst! Ga dat lekker zelf lezen!’ Inmiddels overweeg ik wijn in de kantine.

Toen ik net stiefmoeder was, gingen we op vakantie naar een soortgelijk doe-museum. Daar werd ik acuut overvallen door dezelfde moeheid, een complete system-shutdown door bèta-overprikkeling. Niet gehinderd door enig moedergevoel ben ik op een bankje gaan liggen en viel prompt in slaap. Dat lijkt me nog steeds de enige juiste reflex.

Misschien moet ik me als alfa-meisje een keer onderwerpen aan mijn man en luisteren naar zijn uitleg. Van sommige dingen vraag ik me namelijk echt af hoe ze werken. Nu ben ik alleen maar heel blij als ik met de meisjes weer naar buiten kan. Huppelend door de regen, alleen op de witte strepen. Je moet doen waar je goed in bent, einde experiment.

zondag 22 september 2013

Terug naar de zee

Ik loop op een lange weg van plankieren die nergens heen gaat. Ja, naar de zee. Voor mijn gevoel naar het zuidelijkste stukje van dit land. Ik ben in mijn eentje vanuit Amsterdam naar Lissabon gevlogen, heb de trein naar Faro genomen en ben overgestapt op de boemel naar Tavira. Daar nam ik de boot naar dit eiland voor de kust. Ik ben hier gekomen omdat ik hier heel graag wilde zijn.

Vóór mij loopt een echtpaar op de plankieren. Zij links, hij rechts, breed uitslaand met tassen en een parasol. Ik kan er niet langs, en dat terwijl ik heel graag naar de zee wil. Ze lopen tergend langzaam en hebben een echtelijk dispuut. Ik zou in het zand kunnen stappen om ze in te halen, maar ja, waarom zou ik dat doen? We gaan immers nergens heen. Ja, naar de zee aan het einde van de planken. Waarom zou ik daar eerder willen zijn dan zij? Heb ik haast? Het was toch echt de bedoeling om hier even geen haast te hebben. Ik houd me in, maar het kost me flink wat moeite. Hoe kun je zo langzaam lopen. Echt.

Het is ook nog eens een ruzie om niets. Niet iets hoogdravends waarop ik vanachter zou kunnen reageren met: ah, c'est la vie, n'est-ce pas? Het waren natuurlijk Fransen.
Door mijn worsteling met het tempo, heb ik de zee niet echt dichterbij zien komen, maar daar is hij dan. Als mensen aan mij vroegen waar ik heen ging in Portugal vertelde ik van deze plek waar ik ooit op interrail was met vriendinnen. Ik wilde weer op dat zanderige eiland zitten en naar de zee kijken.

Nu ik hier ben, realiseer ik me dat het twintig jaar geleden is dat ik hier voor het laatst zat. Ik krijg mijn gedachten niet helemaal rond die jaren gevouwen. Dat is een half leven. Bovendien voelt het raar om exact daar te zijn waar je naar verlangd had. Dat je krijgt wat je wilt. Alles klopt. De restaurantjes zijn wat verhipt en de pepsi max heeft plaatsgemaakt voor de coca cola zero, verder is alles hetzelfde gebleven. Het feit dat ik hier zit is het resultaat van een zoete herinnering, van twijfel omzetten in daad, van mijn thuis uitzwaaien en de allenigheid omarmen. Een soort van omgekeerde saudade en dat op deze plek!

donderdag 8 augustus 2013

Paddentrek





De vakantie was lommerrijk en rustig. Er was een uitnodigend groen, wulps heuvelland. Er stroomde een kabbelend bergbeekje met azuurblauw water. De fietspaden slingerden zich tevreden door het land. Er waren Middeleeuwse steden, zo uit een plaatjesboek geknipt, zonder dat ze ooit een openlucht museum waren. Er was wellevendheid en gemeenschapszin. Men schonk er Frankische witte wijn direct uit eigen wijngaard en halve liters tarwebier. Er klonk geen onvertogen woord. We waren in Duitsland.

Nu ben ik thuis en moet ik met mijn fiets de halve stad door naar kantoor. Ik probeer weg te rijden in de derde versnelling, maar mijn zware stadsfiets komt niet van z’n plek. Even terugschakelen. Een moeder met slingerend kind passeren. Stukje stoep meepakken. Bij het volgende stoplicht wel terugschakelen naar z’n twee. Altijd als eerste weg willen rijden, is belangrijk. Slinger maken en de gaten in het asfalt omzeilen. Ik ben vergeten waar de gaten zitten. Schuin met een ruk aan mijn stuur over de trambaan. Aanzetten om oranje te halen, maar vol moeten remmen omdat anderen niet doorrijden. Ik moet mijn remmen smeren. Bejaarden inhalen, gewoon omdat dat altijd moet. Een enorme sliert toeristen passeren die op een of andere stompzinnige guided tour zijn. Pas op voor de toeristen op de gele en rode fietsen. Luid bellend de onderdoorgang bij het Rijks nemen. En er vriendelijk bij kijken, nu voel ik me nog enigszins verwant met hen omdat ik vorige week ook toerist was. Volgende week kijk ik niet meer blij, dan mompel ik ‘kut toeristen’ binnensmonds.

Ik praat sowieso in stilte tegen mijn medeweggebruikers. Ja, als je nou even doorrijd, kan ik er precies achterlangs zonder vaart te minderen. Nee, niet stoppen nu, denk even na. Laat me er langs! Mijn medeweggebruikers praten ook tegen mij. Hardop. De vrouw naast mij bij het stoplicht begint in het Engels te roepen dat ik mijn kop kaal moet scheren. Ik kijk even snel naar rechts en besluit dat ze gek is. Waarschijnlijk kan iemand niet écht gek zijn én hard fietsen. Voor de zekerheid rijd ik door rood en weg van haar. Een jonge vader met een baby op zijn buik kijkt me boos aan. Het begint te regenen. Natuurlijk.

Vlak bij kantoor zie ik een platgereden kikker liggen op de weg. Ik wil niet nog een keer over het dier te rijden maar mijn ontwijkslinger mislukt. Waarschijnlijk omdat ik het te graag wil. Ik rijd over de platte kikker. Een beter beeld paste er niet bij het einde van mijn vakantie. Uitgetrapte natuur. Welkom terug in de stad.

donderdag 13 juni 2013

Waanzinnig

Ik was afgelopen zondag een beetje hormonaal onwel. De hele dag hikte ik tegen mezelf aan, ik dobberde stuurloos rond, totdat de oplossing ineens aan de horizon verscheen. Waarom had ik dat niet eerder bedacht? Ik moest naar de Bijenkorf. Helder. Op zich een winkel waar ik in gezonde toestand graag van weg blijf. Een vriendin riep eens: when the going gets tough, the tough go shopping. Juist.
Niet helemaal toerekeningsvatbaar was ik naar de make-up afdeling gestruind en raakte daar direct in de ban van de Lancôme mevrouw. Ik deed mij bewust wat make-up onnozeliger voor dan ik eigenlijk ben omdat ik die middag leeg voelde en graag gevuld wilde worden met de meest uiteenlopende schoonheidswaanzin.
De vakvrouw wist gelijk wat voor vlees ze in de kuip had en ik onderwierp mij vrijwillig en volledig. Zonder me te beledigen wist ze dat mijn huid een dagje ouder was, en behoefte had aan een mooi laagje make-up. Ja mevrouw. Terwijl mijn huisgenoten al de hele dag de wind van voren kregen bij alles wat ze tegen me zeiden, kon deze vrouw niets fout doen. We waren al bijna vriendinnen. Ik had foundation nodig, hele dure. En een smeerseltje voor daaronder. En dat goud-groene oogpotlood zou prachtig bij mijn ogen kleuren. Ik kon het niet méér met haar eens zijn. Heel gelukkig drukte ik op de ja-knop. Ik gaf haar ook nog al mijn persoonlijke gegevens want dan kreeg ik in het vervolg mail van Lancôme. Schitterend! Een spaarkaart? Hoe had ik het al die tijd gered zonder? Bovendien kreeg ik volgende week een gratis mascara. Een mini, dan hè, voor in de handtas.
Een handtas? Ik moest dringend door naar de tassenafdeling, dat leek mij duidelijk.
Nog helemaal daas belandde ik bij de nagellakstand van Koh. De volgende piranja rook haar prooi. Voordat ik het wist zat ik in de stoel en was de vakvrouw bezig mijn nagels te vijlen. Ik probeerde goed antwoord te geven toen ze vroeg of ik mijn nagels normaliter vijlde of knipte. Ergens voelde ik dat het niet goed zou zijn om te zeggen dat ik ze eigenlijk afbeet. Ik koos voor vijlen. Toch wel met een glasvijl hoopte ze? Soms, zei ik, omdat ik alweer aanvoelde dat mijn stalen vijl niet deugde. Ze smeerde mijn nagelbedjes in met een verzachte gel en duwde de riempjes terug met een speciaal metalen duwertje, dat veel beter was dan de gebruikelijke rubberen duwer. Ik heb thuis helemaal geen duwer en verzweeg het maar. Wij wisten allebei heel goed dat zij alle spulletjes die ze gebruikte ook in de verkoop had en dat het de bedoeling was dat ik ze ging kopen. Zuurstofdoorlatende lak? Maar natuurlijk. Ik ging haar nooit vertellen dat ik mijn nagels doorgaans in Hema aceton doop en kocht hele dure remover. En het lakje. En de glasvijl.
Helemaal stoned en zielsgelukkig wandelde ik weer door de draaideur naar buiten, met idioot grote tassen voor de kleine dure potjes, crèmes en accessoires die ik had gekocht. Schoonheid moet vanbinnen komen, maar wie zegt dat je het niet van buiten naar binnen kan smeren?

maandag 21 januari 2013

J/M

Man-vrouwverschillen houden mij bezig, altijd. Gister zag ik in de sportschool drie vrienden die samen aan het trainen waren. Eigenlijk kwam het erop neer dat een van de drie de leiding nam en zijn maten afbeulde. Tot grote tevredenheid van alle deelnemers. Het ging luidruchtig en met veel bombarie, totdat ze met bierbuik en al uitgeput op de grond lagen.
Geestig vond ik het en terwijl ik mijn ingetogen pilates-oefeningen deed, bedacht ik me dat dit nooit drie vrouwen hadden kunnen zijn.

Dus ja, ik geloof wel dat er echt verschillen zijn tussen mannen en vrouwen en dat die verschillen bestaan ongeacht onze opvoeding en cultuur. De discussie is interessant en de vraag is natuurlijk of de verschillen in ons dna zijn ingeprent of dat we ze met de paplepel krijgen ingegoten.


Nou wordt mijn geloof de laatste tijd nogal op de proef gesteld. Want hoe lang kan je volhouden dat de verschillen aangeboren zijn en niet door de omgeving worden bepaald als we onze kinderen letterlijk sekseverschillen te eten geven. Jongens- en meisjespasta. Huh?

Ik erger me al tijden aan al het gruwelijke en obligate roze voor al die meisjes. Hadden we vroeger niet zei mijn moeder, alles was gewoon geel, rood, groen en blauw. Met dank aan de feministische golf in de jaren 70 denk ik. Tegenwoordig kan je bij de supermarkt enkel kiezen tussen een prinsessen of een cars tandenborstel. Met dank aan Disney. Schooltasjes, drinkbekers en kleurboeken, alles is netjes gescheiden.

Wat doet dat met al die kinderbreintjes? Mijn dochter werd laatst uitgelachen omdat ze op een jongensfiets zou rijden. De fiets was grijs en rood, de uitlachers waren vier en vijf jaar oud. Meisjes dragen roze, jongens dragen blauw.

Bij de ingang van de intertoys scheiden de wegen zich ook, de meisjesafdeling en de jongensafdeling. Er is zelfs meisjeslego. Ik snap wel dat de diverse marketingafdelingen een walhalla bespeuren van roze shit. Maar wat voor een generatie kweken wij?

De man- vrouwverschillen zijn een dankbaar onderwerp, binnen een relatie, of aan de borreltafel. Het is leuk om bepaalde eigenschappen aan mannen of vrouwen toe te dichten en de uitzonderingen te bezingen die de regel bevestigen. Dat is vermakelijk zolang we maar niet geloven dat er grenzen zijn aan wie wij zijn en wat onze mogelijkheden zijn. Man of vrouw, jongen of meisje.

Na Sinterklaas was mijn dochter haar Lego friends (inderdaad voor meisjes) aan het uitpakken en opbouwen. Ze had er lol in. Je kan later ook echte gebouwen ontwerpen en bouwen, zei ik haar. Echt? vroeg ze. Ja, echt.