maandag 18 april 2011

Sessie

Ik zak door mijn hurken, buig door mijn knieën en zit op mijn kont. Ik zou eigenlijk moeten doorwerken, het grote overzicht moeten bewaren, me aan de planning moeten houden, maar ik verlies me in de vierkante centimeter.
Ik ben de graszoden aan het omspitten in mijn achtertuin, het gras gaat eruit en het grind komt erin: dat is het grote plan. Doorwerken moet ik dus, want het grind komt eraan en het gras moet eruit. Terwijl ik met mijn vingers de wortels loswoel en uit de aarde peuter, worteltje voor worteltje, weet ik dat ik de zoden ook kan omkeren om de wortels zo te laten sterven. Hoppa, grote slagen, snel thuis, maar het lukt me niet.
Het is heerlijk om de planning uit het oog te verliezen, het is heilzaam om me te concentreren op de allerkleinste draad van het verhaal.
Want waarom heeft gras dat niet wil groeien zoveel wortels in de aarde? Alsof het te verlegen is om zijn hoofd boven de grond te steken. Timide grasveld dat naar binnen groeit.

Ik vraag me ook af of ik wel aardig voor de wormen ben. Als ik ze tussen de aarde vind, gooi ik ze in de border en daar komen ze dan met een plofje terecht. Soms gooi ik een beetje mis en dan komen ze via de schutting - ploink - in de border. Je zou denken dat zo'n tocht door de lucht en die landing niet erg zijn, maar wat weet ik van de fysiologie van de worm? Misschien kan een beest dat prima in tweeën gehakt kan worden, daar nu juist niet tegen. Zeg het maar.
Ik graaf tussen het gras en kom een laag eerder grind tegen, naar beneden getrapt in de natte Watergraafsmeer. Opwinding! Iemand heeft dit al eens eerder gedaan, maar dan andersom: aarde op het grind en gras erin.
Ik vind glasscherven (picknick of ruzie?), een verloren stuiterbal en prachtige gele knikkers. Aan het einde van dag ben ik hyper helder en helemaal leeggedacht, klaar om weer rechtop te staan en de wereld aan te kijken. Klaar voor het grotere geheel.
Zelf ben ik nooit op een heidesessie geweest, maar ik kan iedereen aanraden een schep in zijn tas te doen.