maandag 10 januari 2011

Nest

Mijn schoonmoeder is onverwacht overleden. Toen ik bij haar huis kwam, was ze al opgehaald door de begrafenisondernemer. Ze was zo plotseling verdwenen, terwijl ze eigenlijk altijd thuis was, dat ik het een grote schok vond om haar lege stoel te zien. Ze was slecht ter been en niet zo uithuizig, dus in die stoel zat ze altijd. Omringd door haar dingen, wat boeken, altijd een breiwerk, tijdschriften, het puzzelboek en de afstandsbediening. Met een paar kleine kussentjes als een steuntje in haar rug.
En dan aan de nabestaanden, met name haar man, de taak om het nest te ontmantelen. Met liefde, met beleid, niet te afwachtend en niet te rigoreus, maar de afdruk in de kussentjes kan je niet bewaren. Wil je niet bewaren.
En nu is het ontdaan van haar dingen weer gewoon een stoel.

Voor de buitenstaander dan. Voor mij was mijn schoonmoeder in haar stoel altijd het epicentrum van het huis. En de stoel kan niet verhullen dat ze schittert door afwezigheid.
Mijn schoonvader was gewoon om na het rondje met de hond te vertellen wat hij had gezien op straat. Wie hij had gesproken en wat er was gebeurd. Nu mist hij haar luisterend oor als hij thuiskomt. Ik weet zeker dat hij nog heel lang dingen wil zeggen in de richting van de stoel. Zeker na bijna vijftig jaar huwelijk. Dat ontmantel je niet meer.